Hallo,
In de jaren na de tweede wereldoorlog was "Chamois" papier heel erg in. En dat was echt niet zo maar een beetje warmtonig hoor, maar echt héél geelachtig van kleur. Het betrof het papier zelf, dus voor- en rugzijde waren hetzelfde gekleurd - en dat is meteen toch een simpele methode om te controleren of er iets mis is met de fotografische kant (letterlijke en figuurlijke kant

) van dat papier (een miniem verschil is evenwel mogelijk omwille van de emulsie).
Op zulke chamois papieren werd ook een eerder warm zwart zilverbeeld nagestreefd. De ontwikkelaar kon daar ook veel aan doen, maar ook de emulsie zelf gaf een andere zwarttoon (in vergelijking met een wit papier in dezelfde ontwikkelaar).
Witmakers werden heel veel gebruikt bij barietpapieren. Of dit ook het geval is met polyethyleen-bekleed papier weet ik niet zeker, maar ik vermoed van wel. Deze fluorescerende stoffen zetten het UV-licht om in wit licht - vergelijk het maar met wat in een fluorescentielamp gebeurt. Ook in waspoeder zit dit in: "wast witter dan wit" is dus geen leugen!
Enkele bemerkingen over witmakers:
1. als de verlichting geen UV bevat, zoals gloeilampen bvb., zijn die witmakers uiteraard niet werkzaam;
2. die witmakers verliezen hun werking na enige weken tot enige jaren (erg afhankelijk van de bewaringsomstandigheden);
3. witmakers kunnen ook nadelig zijn: laboranten die reproducties dienden te maken van zulke beelden waren helemaal niet happy met de gevolgen daarvan: belichting niet betrouwbaar aan te sturen op basis van densiteitsmetingen, ontstaan van plaatselijk stroolicht, ...).